Vijf jaar vocht Mario Costeja GonzƔlez tegen Google. De inwoner van CoruƱa verlangde van de zoekmachine dat, in het geval er op zijn naam wordt gezocht, twee korte berichten uit de zoekresultaten zouden worden verwijderd. De berichten waren in 1998 gepubliceerd in het Spaans dagblad LaVanguardia en betroffen de openbare verkoop van onroerend goed van Costeja in verband met een beslag ter betaling van sociale zekerheidsschulden.
Als, ruim tien jaar later, werd gezocht op zijn naam kwamen de twee berichten nog steeds op prominente wijze in de zoekresultaten naar voren. En dat was,
vond Costeja, niet terecht. Hij verlangde dat Google de zoekresultaten opschoont en de verwijzing naar de desbetreffende berichten eruit verwijdert. Uiteindelijk gaf het Hof van Justitie hem gelijk. Weliswaar was de publicatie van de berichten in het dagblad en het krantenarchief rechtmatig, maar dat deed er volgens het Hof niet aan af dat de zoekmachine wel aan Costejaās verwijderverzoek moet voldoen.
Het Hof erkende daarmee een recht waarvoor inmiddels de term ārecht om te worden vergetenā of āvergeetrechtā is ingeburgerd.
In deze bijdrage wordt ingegaan op hoe het Hof zover is gekomen, wat het recht omvat, enkele bezwaren ertegen en de wijze waarop deze zouden kunnen worden geadresseerd.
Bron: Ars Aequi januari 2015, p. 9-17 en http://zwenneblog.weblog.leidenuniv.nl/?p=873
Lees het hele artikel hier.