Van M vs. AD
Arthur van M., de escortbaas die in 2012 door Peter R. de Vries zonder blurren of balkje in beeld werd gebracht als opdrachtgever van een huurmoord op een concurrent, maakte bezwaar tegen dit artikel op AD.nl. In het artikel over zijn strafrechtelijke veroordeling wordt de escortbaas aangeduid als “Arthur van M.”.
Van M vorderde in de eerste plaats rectificatie, althans verwijdering, omdat er volgens hem onjuistheden in het artikel zouden staan. De voorzieningenrechter ging daarin niet mee. Zo is “opdracht huurmoord” geen incorrecte weergave van de veroordeling wegens poging tot uitlokking van een moord.
Daarnaast vorderde Van M een verbod op het gebruik van zijn (volledige) voornaam. Volgens hem werd zijn privacy geschonden doordat het AD-artikel verschijnt in de zoekresultaten van Google bij het zoeken op zijn volledige naam.
De voorzieningenrechter overwoog dat het regelmatig voorkomt dat verdachten worden aangeduid met hun volledige voornaam en de eerste letter van hun achternaam en dat dit niet zonder meer meebrengt dat de privacy of goede naam van de verdachte op onrechtmatige wijze wordt geschonden. In het onderhavige geval is daarvan volgens de rechter in ieder geval geen sprake. Daarbij woog de voorzieningenrechter mee dat Van M in andere publicaties ook is aangeduid als “Arthur van M”.
Met betrekking tot het verband dat wordt gelegd tussen de afkorting en de volledige naam bij het zoeken via Google, overwoog de voorzieningenrechter dat Van M daarvoor bij het AD aan het verkeerde adres is. “Daarvoor is AD immers niet verantwoordelijk”.
Klik hier voor de volledige uitspraak Van M/AD op boek9.nl. De auteur van deze signalering en kantoorgenoot mr. Trojan waren inhoudelijk betrokken bij deze procedure.
Overige procedures Van M
Het juiste adres voor een vordering tot het ontkoppelen van een verband tussen naam en zoekresultaten (in feite een vergeetverzoek) is zoekmachine Google. Die route had Van M al bewandeld. Hij ving bot met zijn vergeetverzoek bij zowel de Rechtbank Amsterdam als het Gerechtshof Amsterdam. Ook zijn eerdere vorderingen tegen Peter R. de Vries en SBS bij de Rechtbank Midden-Nederland werden afgewezen. Gelijktijdig met de uitspraak tegen het AD deed dezelfde voorzieningenrechter ook uitspraak in een nieuwe zaak tussen Van M en Google. Van M deed in die zaak een beroep op artikel 6:196c lid 4 BW en op schending (andermans) auteursrecht bij plaatsing van een foto. Ook die zaak leverde Van M niets op.