Het schriftelijkheidsvereiste dat als uitgangspunt geldt voor telefonisch gesloten overeenkomsten is inmiddels geen onbekende meer. De uitzonderingen op dit schriftelijkheidsvereiste stonden recent centraal in een uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland van 5 oktober 2021. De kantonrechter oordeelde dat door de rechter steeds moet kunnen worden gecontroleerd of wordt voldaan aan de vereisten voor het inroepen van een van de uitzonderingen op het schriftelijkheidsvereiste. Zonder administratie van bepaalde aspecten van het telefoongesprek, waaronder op wiens initiatief het gesprek tot stand is gekomen, bestaat het risico dat de klant geen betaling is verschuldigd. Vanwege de ambtshalve toetsing van de regels inzake het schriftelijkheidsvereiste dient dus ook alles omtrent de wervingsdocumentatie op orde te zijn. Dit vonnis toont dus het belang van een goede administratie.
Lisette den Butter heeft het schriftelijkheidsvereiste en de uitzonderingen daarop alsmede het vonnis van de kantonrechter toegelicht in een artikel voor het tijdschrift Juridisch up to Date. Klik hier voor het hele artikel (gepubliceerd in Juridisch up to Date 2021, nr. 11).