[For the English version of this article, we refer to our TwoBirds website]
Een half jaar geleden is de Netherlands Commercial Court (“NCC“) van start gegaan, waar partijen internationale geschillen kunnen laten beslechten in de Engelse taal. We maken graag gebruik van dit moment om de tussenstand op te maken en te bezien wat er tot nu toe bij de NCC is gebeurd. In januari 2019, bij de start van de NCC, is al een BirdBuzz gepubliceerd over de lancering en de doelstellingen van de NCC.
De eerste NCC-zaak
Op 11 februari 2019 is de eerste – en tot nu toe enige – zaak aanhangig gemaakt bij de NCC Court in Summary Proceedings. De zaak had – kort gezegd – betrekking op een verzoek van een in Ierland gevestigde partij om een aan haar verpande zaak (aandelen in een Nederlandse vennootschap) op afwijkende wijze te verkopen (namelijk via een niet-openbare verkoop). Op grond van artikel 3:251 BW is daarvoor toestemming van de voorzieningenrechter nodig. Het verzoek is toegewezen; zie de uitspraak (‘judgment’) van 8 maart 2019.
De uitspraak bevat een aantal vermeldenswaardige punten over de bevoegdheid van de NCC en de overige wettelijke vereisten voor behandeling van een zaak door de NCC.
Allereerst overwoog de voorzieningenrechter van de NCC dat hij bevoegd was om over dit verzoek te beslissen op grond van de Brussel I bis-Verordening, het Verdrag van Lugano en de forumkeuze die partijen zijn overeengekomen (rov. 6.2):
“It is clear, in my view, that the Amsterdam District Court has jurisdiction under articles 25(1) and 26(1) of the Brussels Regulation (recast) (1215/2012) and article 24 of the Lugano Convention. There is a choice-of-court clause in the Pledge documentation. The parties (except for the Swiss Parent and Q-Invest) signed a choice-of-court agreement prior to the application. All of the parties either entered an appearance or sent a similar notice acknowledging the proceedings without objection as to jurisdiction. At the hearing, counsel representing Elavon, Crossbow, Rabobank, the IPS entities and Q-Invest expressly confirmed that this court should deal with the matter in any event.“
Vervolgens overwoog de voorzieningenrechter dat evident sprake was van een ‘internationale handelszaak’ conform artikel 1.3.1(b) van het NCC-Reglement (rov. 6.3 sub b):
“The application obviously involves a matter of international dimensions. To begin with, Elavon is based in Ireland and the IPS entities are part of a Swiss-based group. That is enough to make this case an international dispute. But that is not all. Apollo/Crossbow and Rabobank have international activities and the Group’s business operates (or plans to operate) in international markets for pressurised dispensers in Europe and North America. Given the above, the documentation is in English. These circumstances, or any combination of these circumstances, might be enough to meet the test in any particular case. The sum total makes it obvious we are dealing with an international dispute in this matter.”
Ten slotte waren partijen overeengekomen hun geschil aan de Rechtbank Amsterdam voor te leggen en – meer specifiek – door de NCC in het Engels te laten behandelen zoals artikel 1.3.1(d) van het NCC-Reglement vereist (rov. 6.3 sub d):
“Elavon, Crossbow, Rabobank and the IPS entities signed a pre-application agreement. I am satisfied that it is a valid NCC agreement. It expressly states that the proceedings will be in English before the NCC (constituted as a chamber of the Amsterdam District Court). While it is true that the Swiss Parent and Q-Invest did not sign that agreement, in their communications with the court they did not raise any objections as to the language of the proceedings or the chamber of the Amsterdam District Court dealing with the case. In fact, at the hearing counsel for Q-Invest confirmed the case should be dealt with by the NCC in English. In light of the above, the parties should be allowed to conduct the proceedings in English before the NCC, as they obviously wish to do so.”
Deze uitspraak is geschreven in de eerste persoon; in dit geval vanuit het perspectief van de voorzieningenrechter. Dit wijkt af van de wijze waarop uitspraken in de Nederlandstalige jurisprudentie normaliter zijn geformuleerd. Het valt op hoe de formulering van de NCC-uitspraak zorgt voor een goed leesbaar vonnis met begrijpelijke overwegingen, wat natuurlijk alleen maar toe te juichen valt. De slotsom luidt bijvoorbeeld als volgt (rov. 6.22):
“For the above reasons, I am persuaded that the proposed transaction will deliver maximum value for the Shares in the circumstances. I have dealt with and rejected the defences that are material to the issue in the application. Accordingly, I will give the appropriate order as set out below.”
De NCC heeft aansluitend aan de bij deze zaak betrokken advocaten feedback gevraagd (zo volgt uit NCC Update no. 6). Daarbij werden in het bijzonder de professionaliteit, flexibiliteit en snelheid van de NCC geprezen evenals de kwaliteit van zowel de rechter als diens beslissing. De vraag is dan natuurlijk of die hoge verwachtingen ook in andere (complexere en langere) NCC procedures zullen worden waargemaakt. De betrokkenen, de NCC incluis, zijn daarvan in ieder geval overtuigd.
Enkele verdere opmerkingen over de NCC
Aangezien er pas één zaak door de NCC is behandeld, is het nog te vroeg om uitvoerig te reflecteren op de werkwijze en effectiviteit van de NCC. Wel kunnen wij kort stilstaan bij een zestal interessante kwesties met betrekking tot de NCC.
(1) Procederen bij de NCC als buitenlandse advocaat
Zoals ook al bij de ‘gewone’ Nederlandse rechter geldt, hebben buitenlandse advocaten (lid van de Balie in een EU of EER-lidstaat/Zwitserland) bij de NCC dezelfde bevoegdheden als Nederlandse advocaten. Daartoe is wel vereist dat zij samenwerken met een Nederlandse advocaat. Advocaten uit andere landen zijn in principe niet bevoegd proceshandelingen te verrichten, hoewel het hen in het algemeen zal worden toegestaan ter zitting standpunten naar voren te brengen. In afwijking van procedures bij de meeste reguliere rechtbanken en gerechtshoven zal bij de NCC het volledige debat in principe in het Engels gevoerd worden, dat door het merendeel van de buitenlandse advocaten ongetwijfeld beter beheerst wordt dan het Nederlands.
(2) Verwijzing naar de NCC
Het is mogelijk om ook in een al lopende procedure verwijzing naar de NCC te vragen. Daarvoor is vereist dat de Rechtbank Amsterdam bevoegd is (conform de normale regeling van artikel 99 e.v. Rv) Voor verwijzing moet de zaak uiteraard ook aan de ontvankelijkheidscriteria van het NCC Reglement voldoen. Dit moet beoordeeld worden door de verwijzende rechtbank.
(3) Wat kan niet bij de NCC?
Ook geschillen over intellectuele eigendomsrechten kunnen bijvoorbeeld aan de NCC worden voorgelegd. Daarbij geldt wel de (algemene) beperking dat zaken niet tot de exclusieve bevoegdheid van een andere rechtbank mogen behoren. Zo is de Rechtbank Den Haag bij uitsluiting bevoegd in octrooigeschillen (artikel 80 ROW) en mogen dergelijke zaken dus niet – ook niet met instemming van beide partijen – door de NCC worden behandeld. Hetzelfde geldt voor zaken over zee-, binnenvaart-, vervoerrecht en maritiem recht, waar de Rechtbank Rotterdam exclusief bevoegd is (artikel 625 Rv). De NCC mag ook geen zaken in behandeling nemen die tot de exclusieve bevoegdheid van de Ondernemingskamer of van de kantonrechter behoren.
(4) Maatwerk
De NCC belooft partijen meer maatwerk en zal daartoe aan het begin van de procedure een regiezitting houden. Ook hebben partijen de mogelijkheid om een Court Reporter te instrueren om een letterlijk transcript te maken van het verhandelde ter zitting (dat is dan wel voor eigen rekening). In dat geval kan de NCC in het proces-verbaal simpelweg volstaan met een verwijzing naar het door partijen opgemaakte transcript.
(5) De kosten
Het griffierecht voor de NCC varieert van EUR 7.500 (voor een kort geding) tot maximaal EUR 20.000 voor een regulier hoger beroep (met fixed fees, dus ongeacht de complexiteit of het belang van de zaak). Dat zijn hogere bedragen dan het griffierecht bij de reguliere rechtbanken en hoven. Vanuit internationaal perspectief betreft het echter een alleszins redelijk tarief voor (kwalitatief goede) rechtspraak. Ook arbitreren is in de regel veel duurder. Partijen zullen bovendien vermoedelijk besparen op de (kostbare) vertaling van de processtukken.
Voor de kostenveroordeling gaat de NCC uit van een forfaitair puntensysteem, maar het is partijen toegestaan daarover afwijkende afspraken te maken.
(6) Class actions en class settlements bij de NCC
Nederland is een geliefd forum voor collectieve acties, bijvoorbeeld in kartelschadezaken.
Net als bij de ‘gewone’ rechtbank is het mogelijk om bij de NCC – in het Engels – een class action (collectieve actie) op grond van artikel 3:305a BW in te stellen, waarbij een verklaring voor recht over de aansprakelijkheid verkregen kan worden. Uiteraard moet dan worden voldaan aan de specifieke vereisten voor behandeling van een zaak door de NCC, waaronder de kwalificatie ‘internationaal geschil’ en een expliciete forumkeuze voor de NCC door partijen. Daarmee staat dan echter de omvang van de (individuele) schadevergoeding nog niet vast.
Mocht over schadevergoeding een vaststellingsovereenkomst gesloten worden, dan kan vervolgens ook bij de NCC Court of Appeal op grond van artikel 7:907 e.v. BW gevorderd worden dat die vaststellingsovereenkomst algemeen verbindend wordt verklaard voor alle schadelijdende partijen (tenzij zij tijdig kiezen voor een opt-out). Het Gerechtshof Amsterdam is namelijk op grond van artikel 1013 Rv hiertoe exclusief bevoegd in eerste aanleg. Dat maakt dat een dergelijke procedure ook gevoerd kan worden bij de NCC Court of Appeal (die immers een onderdeel van het Gerechtshof Amsterdam is). De toelichting bij het NCC-Reglement (Bijlage 1 bij het NCC-Reglement) noemt deze mogelijkheid ook zelf. Uiteraard moet wel aan de andere vereisten voor behandeling van een zaak door de NCC zijn voldaan.
Volledigheidshalve wijzen wij nog op een recente BirdBuzz over de op handen zijnde verruiming van de mogelijkheden voor de Nederlandse rechter om ook collectieve schadevergoedingsclaims toe te wijzen op grond van de Wet massaschade.
Ten slotte
Wij houden de ontwikkelingen rondom de NCC nauwlettend in de gaten en zien verdere NCC-uitspraken met belangstelling tegemoet. Daarover zullen we dan ongetwijfeld een nieuwe BirdBuzz schrijven.