Op 20 april 2016 heeft Rechtbank Den Haag zes arbitrale vonnissen vernietigd die een driekoppig scheidsgerecht heeft gewezen in een geschil tussen voormalige aandeelhouders van Yukos en de Russische Federatie. De eindvonnissen, die in juli 2014 zijn gewezen, hebben veel aandacht getrokken van de media en de internationale arbitragegemeenschap. Daaruit volgde namelijk dat de Russische Federatie US$ 50 miljard moest betalen voor onrechtmatige onteigening van investeringen in Yukos op grond van het Energiehandvest – het hoogste bedrag ooit in arbitrage toegewezen.
Volgens de Rechtbank is de Russische Federatie niet gebonden aan arbitrage conform artikel 26 van het Energiehandvest. Zij acht – kort gezegd – de voorlopige toepassing van dit artikel onverenigbaar met Russisch recht. De Rechtbank heeft daarom zowel de tussenvonnissen (over de bevoegdheid) als de eindvonnissen (over de schadevergoeding) vernietigd. De Rechtbank kwam daardoor niet toe aan de andere vernietigingsgronden die de Russische Federatie had aangevoerd, waaronder het veelbesproken punt dat het scheidsgerecht de opdracht niet geheel zelf had vervuld maar een substantieel deel van zijn taken aan de secretaris van het scheidsgerecht had overgedragen.
De voormalige aandeelhouders van Yukos hebben al hoger beroep aangekondigd, en zij hebben laten weten te zullen blijven proberen de arbitrale uitspraken buiten Nederland ten uitvoer te leggen. Het einde van de ‘Yukos saga’ is dus nog lang niet in zicht.