Naast de hervormingen in het ontslagrecht, worden er de komende jaren ook hervormingen in de WW doorgevoerd. In aanvulling op de wijzigingen van de WW in de Wet Werk en Zekerheid, kondigde het Kabinet op Prinsjesdag 2014 een nieuwe WW-maatregel aan: de brug-WW.
De al eerder aangekondigde hervormingen van de WW uit de Wet Werk en Zekerheid zien met name op een versobering van de WW. Het was al bekend dat per 1 juli 2015 de verrekeningssystematiek binnen de WW en de toepassing van het begrip ‘passende arbeid’ wijzigen. Per 1 januari 2016 wijzigt vervolgens de duur en de opbouw van de WW. De invoering van de brug-WW beoogt juist een positieve impuls te geven om te voorkomen dat werkzoekenden in de WW terecht komen. Het doel van de brug-WW is om werkzoekenden met substantiële omscholing te helpen overstappen naar een baan in een sector waarin een tekort is aan werknemers, bijvoorbeeld de sector techniek. Het idee is dat werkzoekenden die aan de slag gaan in een groeisector de gewerkte uren krijgen uitbetaald van hun nieuwe werkgever en de uren die worden besteed aan omscholing krijgen uitbetaald uit de WW. Een nieuwe werkgever hoeft daardoor minder te investeren in nieuwe werknemers. Deze werkgevers zullen hierdoor naar verwachting eerder geneigd zijn om mensen aan te nemen met een andere, niet direct op de functie aansluitende achtergrond. Bovendien kan het helpen bij het opvullen van moeilijk vervulbare vacatures.
Het Kabinet meent dat deze maatregel daadwerkelijk mensen van werk naar werk helpt. De nieuwe maatregel is bedoeld voor werknemers die met ontslag worden bedreigd en mensen die werkloos zijn geworden. Naast de invoering van de brug-WW wil het Kabinet de mogelijkheden voor scholing van werklozen vanuit de WW vereenvoudigen en verbeteren. De plannen moeten nog verder worden uitgewerkt met de sociale partners. Het Kabinet streeft ernaar de brug-WW per 1 januari 2015 in te voeren.