Op 19 juni 2014 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (“HvJ EU”) een belangrijk arrest gewezen voor de mode-industrie.
Partijen waren het in deze zaak niet eens over de uitleg van het begrip “eigen karakter” van een modelrecht, een van de vereisten aan een model om bescherming te kunnen verkrijgen. Het HvJ Eu heeft de AG gevolgd en duidelijkheid gegeven over het begrip “eigen karakter” van een niet-geregistreerd Gemeenschapsmodel.
Dunnes had gesteld dat de vergelijking van het eigen karakter moet plaatsvinden met een model dat een hypothetische mengeling is van een aantal eerdere voor het publiek beschikbaar gestelde modellen, omdat die deel uitmaken van het “vormgevingserfgoed”. De AG deelde echter de opvatting van Karen Millen en concludeerde dat een model kan worden geacht een eigen karakter te bezitten indien de algemene indruk die het model bij een geïnformeerde gebruiker wekt, afwijkt van de algemene indruk die bij die gebruiker wordt gewekt door één of meer oudere modellen, elk afzonderlijk in hun geheel beschouwd, en niet door een vermenging van verschillende kenmerken van oudere tekeningen of modellen. Dit wordt nu bevestigd door het HvJ EU.
Detweede vraag die door de verwijzende Ierse rechter was voorgelegd aan het HvJ EU zag op de bewijslast ten aanzien van het eigen karakter van het model. Karen Millen had gesteld dat zij een beperkte bewijslast heeft en dat het aan Dunnes is om aan te tonen dat de modellen niet nieuw zouden zijn of geen eigen karakter zouden hebben. Dit terwijl Dunnes stelde dat de normale bewijslast op Karen Millen rust en dat zij zou moeten bewijzen dat het model een eigen karakter heeft.
Het HvJ EU bevestigt nu dat de houder van niet-ingeschreven een gemeenschapsmodel, opdat een rechtbank voor het gemeenschapsmodel dit model als rechtsgeldig beschouwt, niet hoeft te bewijzen dat dit model een eigen karakter in de zin van artikel 6 van de Gemeenschapsmodellenverordening heeft, maar enkel moet aangeven in welk opzicht dat model een eigen karakter heeft. Dit houdt in dat de houder van het modelrecht moet aangeven welk kenmerk of welke kenmerken van het betrokken model, volgens hem, dat model een eigen karakter geven.
Deze uitspraak betekent een drempel voor vermeende inbreukmakers om de geldigheid van een niet-geregistreerd Gemeenschapsmodel te betwisten. Een mooie uitspraak voor de mode-industrie die voor de bescherming van hun ontwerpen veelal vertrouwt op het (ongeregistreerde) Gemeenschapsmodellenrecht.