Op 1 juli 2015 is het Besluit ontheffingverlening exceptioneel vervoer van kracht geworden, waarmee het eenvoudiger wordt om testen met zelfrijdende auto’s uit te voeren op de openbare weg. Dergelijke experimenten worden vaak uitgevoerd met bestaande auto’s, waarin specifieke onderdelen zijn ingebouwd. Tot 1 juli 2015 moest de Dienst Wegverkeer (RDW) dan een nieuwe keuring uitvoeren voor de wijziging van de constructie van het voertuig, terwijl deze procedure vooral is gericht op blijvende wijzigingen aan voertuigen, en dus niet geschikt is voor tijdelijke innovatieve veranderingen. Met dit besluit heeft de RDW de mogelijkheid om te beoordelen wat precies nodig is voor het experiment, waarbij vervolgens specifieke voorschriften worden gegeven waaronder het experiment mag worden uitgevoerd.
Wat de beoordelingscriteria zijn, is niet in detail uitgeschreven. De reden hiervoor is, dat de testaanvragen zeer verschillend van aard zullen zijn, en de ontwikkelingen moeilijk zijn te voorspellen, aldus de Minister van Infrastructuur en Milieu in de toelichting bij het besluit. Het beoordelingsproces is maatwerk. Het testplan van de aanvrager wordt beoordeeld, tezamen met de eerdere testervaringen. Als het systeem op papier goed blijkt te zijn, dan wordt een test uitgevoerd op een afgesloten testfaciliteit. Indien de robuustheid van het systeem zowel technisch en functioneel goed te zijn, dan kan vervolgens een ontheffing voor de openbare weg worden verleend. Bij deze ontheffing kunnen voor de veiligheid voorwaarden worden gesteld, die met de betreffende wegbeheerder(s) kunnen worden afgestemd. Deze voorwaarden kunnen zien op het tijdstip van de dag, locatie, type weg, etc.
Het besluit moet bijdragen aan een stimulerend klimaat door de verdere ontwikkeling van de zelfrijdende auto. Het besluit is hier te vinden.